Hoe de FDM printer werkt
Een (vaak plastic) materiaal wordt laag na laag aan elkaar versmolten. Dit materiaal is als een draad op een spoel gewikkeld en wordt met behulp van motoren in de printer naar de printkop geleidt. De printkop verwarmt het materiaal waardoor het vloeibaar en vormbaar wordt.
Een te printen onderdeel wordt met behulp van software in laagjes gedeeld. Het onderdeel wordt daarna in laagjes opgebouwd door de printer. De printer legt tijdens het printen allemaal lijnen met gesmolten materiaal op een bouwplaat neer, zodat er een laag wordt opgebouwd. Het materiaal in dit laagje stolt, waarna de printer er een nieuwe laag bovenop kan leggen. De diktes van de laagjes kunnen verschillen van 0.1mm tot 1mm, dit is afhankelijk van de instellingen. Door deze techniek kan de vorm voor een product laag na laag opgebouwd worden.
De materialen die gebruikt kunnen worden bij de FDM-printers zijn erg verschillend. Zo is het mogelijk om gebruik te maken van verschillende soorten harde kunststoffen zoals: PLA, ABS, PETG, Nylon of PC. Maar ook van rubberachtige materialen zoals TPU en TPE en metalen zoals RVS, aluminium, messing en staal. Bij Van Raam wordt voornamelijk gebruik gemaakt van ABS. Dit is een kunststof materiaal dat goed bestand is tegen uv-licht (zoals zonlicht) en verschillende weersomstandigheden. Hierdoor gaan de onderdelen die van dit materiaal gemaakt zijn lang mee op de fietsen.